"Wissenschaft muss profitorientiert sein. Dieser Satz wäre wohl noch vor wenigen Jahren von einem Großteil der deutschen Wissenschaftler vehement zurückgewiesen worden. Inzwischen aber gibt es offenbar eine eigenartige Gewöhnung an die Ökonomisierung der Forschung. In einer Zeit, in der immer mehr Schulen, Krankenhäuser und Theater privatwirtschaftlich geführt werden, scheint es, als ob die Hochschulen zunehmend akzeptieren, dass Wissenschaft nicht in erster Linie Erkenntnis bringen muss, sondern Geld."
Die Zeit, 10. August 2013
Jenny's Place
zaterdag 10 augustus 2013
donderdag 2 mei 2013
We already knew the names
"I think we have all been there or at some point during our life we will have to face this situation. I remember when I made you spaghetti for the first time. You told me you didn't like it. 3 years later everything had changed, you loved spaghetti, and we already knew the names. It's funny, as I write this text about what you are gonna see, I'm on a subway halfway across the world and the next stop is named after you."
Jon Ole Olstad
"We already knew the names"
Dance & Choreography
Festival "Voorjaarsontwaken" Korzo Theater, Den Haag
Jon Ole Olstad
"We already knew the names"
Dance & Choreography
Festival "Voorjaarsontwaken" Korzo Theater, Den Haag
(Photo by John Andre Aasen)
dinsdag 19 maart 2013
Inzicht
Ons brein legt verbanden tussen gebeurtenissen altijd op een zo algemeen mogelijk niveau. Een mens die op zijn horloge kijkt als er brieven door de bus vallen, legt een link tussen de komst van de post en tien uur in de ochtend, in plaats van een link tussen een stapel enveloppen en de wijzers van de klok.
(vrij vertaald uit Ellis, Nick C. 1996. Sequencing in SLA: phonological memory, chunking and points of order. Studies in Second Language Acquisition 18: 91–126)
(vrij vertaald uit Ellis, Nick C. 1996. Sequencing in SLA: phonological memory, chunking and points of order. Studies in Second Language Acquisition 18: 91–126)
woensdag 13 februari 2013
Maja vraagt
Maja vraagt
Ze vraagt: waarom is dit een muur?
Omdat hij overeind staat. Plat. Van baksteen.
Waarom van steen? Anders val je erdoorheen.
Een muur moet staan. Zonder te beven.
Waarom staat hij? Omdat wij niet met de buurman.
Waarom niet? Omdat hij met zijn geweer een kat neerknalt.
Waarom? Omdat hij zich verveelt, niemand anders heeft
om op te schieten. Of om van te houden.
Dus, zegt zij, als die muur geen muur was,
was de kat nog in leven, de wind iets om van
te beven, een geweer niet om mee te schieten,
maar om te aaien als je geen kat hebt en ook
niemand anders. Als de muur geen muur was,
was de buurman niet.
Jannah Loontjens (1974)
uit: Dat ben jij toch (2013)
zondag 17 juni 2012
vrijdag 13 april 2012
Venijn
Al dagen loop ik rond met het volgende gedicht in mijn hoofd. Nee hoor, we hebben geen ruzie thuis. Maar het gedicht zit zo verdraaid goed in elkaar. Lees (nog beter: spreek!)... en huiver.
P.P.C.
E. du Perron (1899-1940)
P.P.C.
Vaarwel, Clary. Ik wens u geen geluk.
Zoiets klinkt dom, bij hen reeds die het menen.
Gij hebt u goed verkocht. Maak u niet druk
over de rest: want àlle mensen wenen.
Uw huis was klein. Uw heer heeft het vergroot.
De bron van zijn fortuin heet niet te stelpen.
Uw roem wordt groot en duurt wel tot zijn dood.
Uw ziel is klein. Ik kon het niet verhelpen.
Uw lijf is goed. Gij zijt een mooie vrouw.
Gij zult uw heer veel mooie kindren baren.
Uw hart is nauw; gij blijft hem ook wel trouw.
Gij zult hoogstaan en goed uw naam bewaren.
Vaarwel, Clary. Mij zult gij niet meer zien.
Ik zal u mijden, zelfs tot in uw dromen.
Gij waart mijn droom, voor ik u had gezien.
Gij zijt uzelf. Ik minacht u volkomen.
E. du Perron (1899-1940)
donderdag 3 november 2011
"Het"
De Volkskrant maakt zich zorgen om het verdwijnen van het woordje "het".
De woord het heeft het moeilijk
Dit naar aanleiding van onderzoek waaruit blijkt dat kinderen het lidwoord "het" pas laat goed gebruiken: op hun 7de zeggen zij nog weleens "de" in plaats van "het". Nou is dit zo gek nog niet: 2/3 van de Nederlandse zelfstandige naamwoorden zijn de-woorden. Anderzijds is dit al een poosje het geval: sinds het mannelijke en het vrouwelijke woordgeslacht opgingen in één de-genus (taalkundigen noemen dit "commmuun geslacht") zijn deze woorden veruit in de meerderheid. Dit proces van éénwording is in Noordnederland al sinds de middeleeuwen aan de gang. Schrijftaal en onderwijs hebben enigszins conserverend gewerkt, maar het verschil tussen mannelijke en vrouwelijke woorden is voor de meeste standaardtaalsprekers kunstmatig en bewust aangeleerd.
Wat echter niet is gebeurd is dat het-woorden massaal zijn overgestoken naar de. Dus het verschil tussen "de" en "het" is vooralsnog springlevend. Jij die dit leest bent waarschijnlijk moedertaalspreker, en jij hebt het gewoon verworven - de 1/3-minderheid ten spijt. En dan zonder urenlang oefenen op school, maar thuis met de spreekwoordelijke paplepel in de mond. Bedenk ook dat veel het-woorden extreem vaak voorkomen. Neem een grotere hoeveelheid tekst (geschreven of gesproken), je zult er ongeveer evenveel de- als het-woorden aantreffen. En een kind hoort er extra veel: 'baby talk' blinkt uit in verkleinwoorden, en die zijn stuk voor stuk onzijdig.
En hoe zit het met straattaal en "die meisje"? Dit kan op termijn misschien problemen opleveren, maar zolang Nederlandse ouders "het boek" en "het hondje" blijven zeggen, zullen ook hun kinderen dit leren. De later opgepikte straattaal komt als nieuwe variëteit erbij. Jongeren zijn dan op een zekere manier tweetalig, of, met een duur woord: bi-dialectaal.
Nog twijfels? Kijk dan waar "het" (in een andere functie) nog allemaal opduikt.
"Ik weet het niet."
"Heb je 't al gehoord?"
"Het is op."
"Ja, 't is lekker, maar of 't nou zo gezond is..."
"Het ziet er super uit."
"Kom, we kopen het gewoon."
"Zeg het nou!"
Ik zou me voorlopig dus maar niet teveel zorgen maken. Ook niet als iemand om "de zout" vraagt. Taal kan best veel hebben zonder dat het verzwakt.
PS: De "het" in de zin hierboven is nieuw. Vroeger zei je hier "hij" of "zij" - "taal" is immers een de-woord. Zo zie je dat "het" zijn domein ook uitbreidt. Ik heb er, ahum, een proefschrift over geschreven.
De woord het heeft het moeilijk
Dit naar aanleiding van onderzoek waaruit blijkt dat kinderen het lidwoord "het" pas laat goed gebruiken: op hun 7de zeggen zij nog weleens "de" in plaats van "het". Nou is dit zo gek nog niet: 2/3 van de Nederlandse zelfstandige naamwoorden zijn de-woorden. Anderzijds is dit al een poosje het geval: sinds het mannelijke en het vrouwelijke woordgeslacht opgingen in één de-genus (taalkundigen noemen dit "commmuun geslacht") zijn deze woorden veruit in de meerderheid. Dit proces van éénwording is in Noordnederland al sinds de middeleeuwen aan de gang. Schrijftaal en onderwijs hebben enigszins conserverend gewerkt, maar het verschil tussen mannelijke en vrouwelijke woorden is voor de meeste standaardtaalsprekers kunstmatig en bewust aangeleerd.
Wat echter niet is gebeurd is dat het-woorden massaal zijn overgestoken naar de. Dus het verschil tussen "de" en "het" is vooralsnog springlevend. Jij die dit leest bent waarschijnlijk moedertaalspreker, en jij hebt het gewoon verworven - de 1/3-minderheid ten spijt. En dan zonder urenlang oefenen op school, maar thuis met de spreekwoordelijke paplepel in de mond. Bedenk ook dat veel het-woorden extreem vaak voorkomen. Neem een grotere hoeveelheid tekst (geschreven of gesproken), je zult er ongeveer evenveel de- als het-woorden aantreffen. En een kind hoort er extra veel: 'baby talk' blinkt uit in verkleinwoorden, en die zijn stuk voor stuk onzijdig.
En hoe zit het met straattaal en "die meisje"? Dit kan op termijn misschien problemen opleveren, maar zolang Nederlandse ouders "het boek" en "het hondje" blijven zeggen, zullen ook hun kinderen dit leren. De later opgepikte straattaal komt als nieuwe variëteit erbij. Jongeren zijn dan op een zekere manier tweetalig, of, met een duur woord: bi-dialectaal.
Nog twijfels? Kijk dan waar "het" (in een andere functie) nog allemaal opduikt.
"Ik weet het niet."
"Heb je 't al gehoord?"
"Het is op."
"Ja, 't is lekker, maar of 't nou zo gezond is..."
"Het ziet er super uit."
"Kom, we kopen het gewoon."
"Zeg het nou!"
Ik zou me voorlopig dus maar niet teveel zorgen maken. Ook niet als iemand om "de zout" vraagt. Taal kan best veel hebben zonder dat het verzwakt.
PS: De "het" in de zin hierboven is nieuw. Vroeger zei je hier "hij" of "zij" - "taal" is immers een de-woord. Zo zie je dat "het" zijn domein ook uitbreidt. Ik heb er, ahum, een proefschrift over geschreven.
Abonneren op:
Posts (Atom)